Hartelijk welkom op de website van de culturele vereniging “De Deurdouwers”. Een vereniging waarin jong en oud met passie voor muziek en “Sjoow” zijn vertegenwoordigd. Ons streven is om jaarlijks een fantastische “Sjoow” te organiseren waarvan het publiek meerdere avonden kan genieten.
Het moet ergens in 1968 zijn geweest dat Tonnie Walhof, Jan Scholten en Marinus Gelen het idee hadden een carnavalsvereniging in Goor op te richten. Café Lentelink werd de residentie. Tom Lentelink de eerste prins met geleende steek en cape….
Vrijwel vanaf het begin werden er gala-avonden georganiseerd met eigen artiesten maar ook bekende artiesten zoals Ria Valk, Gebroeders Brouwers, Sandra en Andres zorgden een aantal jaren voor veel publiek. Deze gala-avonden vonden bij De Ster plaats en later bij Lentelink (nu De Bebsel).
De gala-avonden werden “De Sjoowavonden” en men ging over op louter eigen artiesten. De vereniging kende ups en downs. Van bijna opheffing, tot 3 jaar achter elkaar de hoogste prijzen halen met de Goorse Schoolfeestoptocht. De Deurdouwers waren trendsetter met een grote wagen en een grote loopgroep.
Het carnaval was echter steeds minder in trek. Daarentegen werden “De Sjoowavonden” steeds populairder. Er kwamen steeds meer artiesten ook van buiten de vereniging die wilden optreden. De omzetting van carnavals- naar culturele vereniging gaf een extra impuls aan het bezoekersaantal. Een breder publiek werd aangesproken.
“De Sjoowavonden” zijn inmiddels uitgegroeid tot een begrip in Hof van Twente en met de professionele ondersteuning van een eigen band, de perfecte regie en technische ondersteuning, brengen jonge talenten en ervaren artiesten uit “De Hof” een gelikte “Sjoow” met veel interactie met het publiek en een hoog meezinggehalte. Voeg hierbij nog de gastvrijheid van Ellen en Jeroen Bebseler en u heeft het beste recept voor een heerlijk avondje uit.
Graag geven wij u daarom op deze site een impressie van “De Sjoowavonden” en waar wij als vereniging voor staan.
Wij wensen u heel veel plezier!!
Het bestuur van “De Deurdouwers”